Skisport brengt mensen niet alleen de ervaring van snelheid en passie, het is ook getuige van de evolutie van skikleding op het wereldtoneel.
In de jaren twintig waren wollen rokken in combinatie met gebreide kousen en een heuplange trui populair. Donkergekleurde rokken waren favoriet omdat ze een opvallend contrast met de sneeuw vonden. Als aristocratische sport is het materiaal wol enigszins volumineus en niet geschikt om te skiën. Na de eerste Olympische Winterspelen in 1924 begonnen fabrikanten gespecialiseerde skikleding te maken, die in de daaropvolgende jaren populair werd.
In de jaren dertig begonnen vrouwen "Noorse" broeken te dragen die flodderig en nauwsluitend waren en praktischer dan rokken. Vooral korte, op maat gemaakte ski-jassen geïnspireerd op pilotenuniformen waren in de mode. Een bijpassende set winteraccessoires zoals een sjaal maakte de look compleet.
